De dominee is barbapapa
Onze kinderen keken vroeger kinderprogramma´s op tv waaronder de tekenfilmpjes van barbapapa. Babapapa gaat over een familie die uit barbapapa, barbamama en hun barbakinderen bestaat. Het waren een soort peervormige typetjes die zich afhankelijk van de situatie in allerlei vormen konden plooien. Was er een koffer nodig dan plooide barbapapa, die meestal de goede ideeën had, zich in de vorm van een koffer. Moest hij een rivier oversteken, dan kreeg hij heel lange benen en stapte zo over dit probleem heen. Was er een tafel nodig, dan vervormde hij zich in een tafel. Een hijskraan was geen probleem, als hijskraan kon hij ieder gewicht aan. Harp spelen was ook geen probleem, hij was harp en speelde op zichzelf. Noem het maar op, barbapapa plooide zich in de juiste vorm en altijd met een glimlach, zelfs als het moeilijk was eindigde hij altijd met een glimlach. Hij kon alles!
Veel gemeenteleden zien de dominee als een soort barbapapa. Hij moet, ongeacht zijn gaven en talenten, zich plooien naar elke situatie die zich voordoet en van alle markten thuis zijn. Sommige vacatures in domineesland hebben een omschrijving waar barbapapa van zou smullen, maar die niet reëel is. Uiteindelijk lijkt de predikant bijvoorbeeld meer kinderwerker te moeten zijn dan herder, spreker, leider of profeet. Dit soort vacatures zijn de opmaat voor problemen. Als je van alles van een persoon verwacht, kun je er van uit gaan dat je teleurgesteld wordt.
Dat gaat dus ook een teleurstelling worden voor de dominee die ondanks de irreële vacature heeft gesolliciteerd. Misschien heeft die gedacht dat het niet zo een vaart zal lopen met de verwachtingen. Dat men wel zal beseffen dat barbapapa zijn onmogelijk is en alleen in de droomwereld van een kleuter voorkomt, een soort sprookje is. Laat ik je waarschuwen. Er zijn teveel kerkelijke gemeenten die irreële verwachtingen hebben, en vaak teveel gelovigen in nuchtere gemeenten (want die zijn er) die in een droomwereld leven waar de predikant de vorm heeft van barbapapa die van alles oplost en altijd met een glimlach. Paulus spoort Timoteüs aan om het vuur brandend te houden van de gave die God hem schonk toen Paulus hem de handen oplegde (2 Tim. 1:6). Als je de tweede brief aan hem doorleest dan lijkt het te maken hebben met zijn aanstelling als leider, leraar en verkondiger van het evangelie in de gemeente. Daar lagen zijn gaven. De gave van barbapapa bestaat niet.
Nico Catsburg