De predikantsvrouw stond met lege handen

Datum
Onderwerp

02-2019

 

In Het blad Eva stond een verhaal over de vrouw van een predikant die geen predikant meer is. Ze ging naar een georganiseerd vriendinnenweekend, maar na dit weekend heeft ze zich ziek gemeld op haar werk. Ze had pijn in de gewrichten en was doodmoe, ze kon niks meer. Bij de dokter hoorde ze dat ze een burn-out had. Ze zegt, ‘Ik had het gevoel dat alles weg was, mijn werk, de kerk, alles. Ik stond met lege handen.’ Ik haal een aantal gedeeltes aan uit haar verhaal.

‘Ik had net samen met mijn man het voorgangerschap van onze gemeente neergelegd. Daar ging een heel verhaal aan vooraf. Iemand uit onze gemeente wilde zelf voorganger worden. Van een vriend hoorden we dat er achter onze rug over ons gepraat werd en dat ons vertrouwen misbruikt werd.’

 ‘God liet op een dag aan mij zien dat we onze taak neer mochten leggen. We mochten een nieuwe fase ingaan. Mijn man had los van mij precies dezelfde ervaring.’

‘Het voorgangerschap loslaten, betekende ook dat de kerk waar we als droom aan begonnen waren, niet meer bestond. Dat was echt heftig.’

‘We ervaarden de leiding en vrede van God. Maar af en toe had ik het gevoel gefaald te hebben. Hoe zouden de mensen ons nu zien?’

‘Ik had heel veel niet aan mijn vriendinnen verteld, omdat ik niet wist waar ik moest beginnen. Tijdens het Vriendinnenweekend brak ik. Ik liep alleen op het strand en begon ineens ongelooflijk te huilen. Er kwam een enorm brok met verdriet naar boven om alles wat er was gebeurd. Terug op mijn hotelkamer heb ik alles tegen mijn vriendinnen verteld.’

‘Er waren achter onze rug om dingen gezegd die niet waar waren. Maar tijdens het weekend realiseerde ik me: ik hoef niet bang te zijn wat mensen van me denken, want ik weet hoe God over mij denkt.’

In het verhaal van deze (ex) predikantsvrouw, komen zaken naar voren als toewijding aan een roeping, verraad door iemand die je vertrouwt (Jezus weet daar alles van), leugens en bedrog, spreken met God over de situatie, loslaten, schaamte, zwijgen, frustratie en burn-out. Er zijn zo vele predikantsvrouwen, die hun man zien lijden en een bediening, een sociale context en inkomen zien verdwijnen. Wie is er voor hen?

Het verhaal eindigt echter met dat deze vrouw vindt dat ze niet bang hoeft te zijn voor wat mensen van haar denken, want ze weet hoe God over haar denkt. Dat is mooi, middenin de pijn, het verdriet, de burn-out is God je vluchthaven. Jesaja profeteert in hoofdstuk 49 vanuit God die spreekt tot zijn geliefden. De puristen onder ons zullen zeggen dat het over Sion of Israël gaat. Maar dit gedeelte spreekt veel meer over wie God is, en wat hij voor een geslagen, afgewezen, verlaten geliefde van Hem kan betekenen:

Dit zegt de HEER:

In het uur van mijn ​genade​ geef ik je antwoord,

op de dag van de redding zal ik je helpen.

Ik zal je behoeden, ik neem je in dienst

voor mijn ​verbond​ met de mensen,

om het land weer op te richten,

om het verlaten erfgoed in eigendom terug te geven,

om tegen gevangenen te zeggen: ‘Ga in vrijheid!’

en tegen wie in het duister verblijft: ‘Kom tevoorschijn!’

 

Sion​ zegt:

‘De HEER heeft mij verlaten,

mijn Heer is mij vergeten.’

Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten

of harteloos zijn tegen het ​kind​ dat zij droeg?

Zelfs al zou zij het vergeten,

ik vergeet jou nooit.

Ik heb je in mijn handpalm gegrift,

je ​muren​ staan mij steeds voor ogen.

Je ​kinderen​ haasten zich terug naar ​huis,

de vijand die je verwoestte en vernielde, trekt weg.

Open je ogen, kijk om je heen:

ze stromen in drommen naar je toe.

Zo waar ik leef – ​spreekt de HEER​ –,

je zult je met hen tooien,

hen dragen zoals een bruid haar sieraden.

Je puinhopen, je verwoeste en vernielde land –

weldra zal het te klein zijn voor al je bewoners,

en je aartsvijand zal in de verte verdwijnen.

 

Nico Catsburg